....Pff..ik ben de laatste tijd zo moe als ik thuis kom van het werk...

Wellicht herken je dit bij jezelf: je werkt hard en doet je best meer te doen in minder tijd. Op zich is dat niet zo erg, maar dat wordt het wel wanneer je ’s avonds geen puf meer hebt om wat dan ook te ondernemen. En hoe vaak gebeurt het dat jouw huisgenoten bij thuiskomst aan je vragen hoe je dag was en jij antwoorden geeft die variëren van: 'zijn gangetje', 'wel aardig', 'niets bijzonders' of 'business as usual'?

Is dit wat er gebeurt? Dan wordt het tijd om even stil te staan bij de situatie en deze onder de loep te nemen. Want even moe zijn is niet zo erg maar structureel moe zijn wel. Dan is er waarschijnlijk meer aan de hand. Let wel: het hoeft niet te betekenen dat je direct op zoek moet naar een andere baan, maar het kan wel zo zijn dat in je werk bepaalde zaken uit balans zijn geraakt en dat je dingen doet die jou minder goed liggen. Dus voordat je direct het roer omgooit en/of voor die droombaan gaat, is het goed te onderzoeken wat er echt aan de hand is.

Met onderstaande oefening onderzoek je waar jouw energiegevers zitten in je werk en waar jouw energievreters: denk eens aan activiteiten die je doet op je werk of daarbuiten en ga op zoek naar rode (energievreters)  en groene (energiegevers) momenten. 

Groene momenten zijn momenten:

• waarop je geniet van waar je mee bezig bent: de uren vliegen om
• waarop je de tijd vergeet
• waarop je amper moet nadenken bij wat je doet
• waar je naar uitkijkt
• waarvan je zelf niet zo bijzonder vindt wat je laat zien, maar anderen wijzen je erop dat je het goed kunt; dingen die je ook kunt onder stress, in moeilijke omstandigheden of als je moe bent
• waarbij je na afloop misschien fysiek moe bent, maar mentaal meer energie hebt dan je vooraf had.
   

Rode momenten zijn die momenten:

• waarop de tijd kruipt voorbij
• waar je niet naar uitkijkt
• waarop je jezelf heel erg moet concentreren om erbij te kunnen blijven of om een goed resultaat te kunnen neerzetten
• waar je moe van wordt
• die in je functioneringsgesprekken of evaluatiegesprekken steeds terugkeren, jaar na jaar… en steeds benoemd worden als datgene waar je aan zou moeten werken; je weet het, je zegt dat je er aan gaat werken en tegelijkertijd komt er weinig of niets van
• waarop je energie moet steken in wat je aan het doen bent
• je ziet er tegenop, je stelt het uit, de tijd kruipt vooruit en je bent je tijdens een activiteit voortdurend bewust van het feit dat het je veel energie kost,
• die vaak opduiken in je storende gedachten: datgene waar je in de auto naar huis over zit te tobben, waar je ’s avonds of in het weekend mee bezig bent, waar je ’s nachts van wakker ligt, waar je niet uitkomt, waar je voortdurend in je hoofd gesprekken of dialogen over aan het voeren bent of die je achtervolgen

Hou gedurende een week een dagboek bij. Telkens wanneer je op een groen of rood moment botst, schrijf je dit op. Zorg dat je elke dag minstens 1 groen en 1 rood moment beschrijft.

Ik voelde me sterk, opgeladen, voldaan ... toen ik:
 

Ik voelde me zwak, leeg, ontevreden ... toen ik:

Bekijk na deze week wat je hebt opgeschreven. Welke conclusie kun je dan voor jezelf trekken? En op welke dingen heb je zoveel invloed dat je ze kunt veranderen als je dit wilt?

Wat de woestijn zo mooi maakt, is dat ze ergens een bron verbergt.